Het FMP is:
- Is een specialistische deeltijdbehandeling
- Een alternatief voor gesloten jeugdzorg of plaatsing in een PIJ-instelling
- Behelst een intensief programma van 2 tot 7 dagdelen per week
- Wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team
- Is gericht op stabiliteit, groei en afname van delinquent gedrag
- Heeft een gemiddelde doorlooptijd van circa anderhalf jaar
Het voornaamste doel van het FPM is het tegengaan van een (verdergaande) criminele carrière en het verlagen van de risicofactoren voor het (opnieuw) plegen van een ernstig geweldsdelict of ernstig overlast gevend gedag. Vanwege de lange hulpverleningsgeschiedenis en de aard en ernst van de problematiek van onze cliënten, wordt een behandeling in geslotenheid vaak niet (meer) wenselijk geacht. Tegelijkertijd is resocialisatie een ingewikkeld traject. Onze cliënten hebben een grote structuurafhankelijkheid en pedagogische ondersteuningsbehoefte, maar ook een enorme drang naar autonomie en zelfstandigheid. Een juiste bejegening van onze cliënten is essentieel voor het opbouwen van een goede behandelrelatie. Dat betekent enerzijds dat zij ruimte moeten krijgen om fouten te maken en dat anderzijds stevig grenzen moeten worden gesteld. Het FCA heeft kennis in huis van zowel de forensische jeugd- als volwassenzorg, de kaders en mogelijkheden waarbinnen forensische zorg kan worden opgelegd en van forensische diagnostiek.
Het FPM is een ambulant traject waardoor verdere institutionalisering tegen wordt gegaan. Een positieve persoonlijkheidsontwikkeling en gedragsverandering worden gestimuleerd in een representatieve leefomgeving buiten. Hier wordt de theorie gekoppeld aan de praktijk. Interventies die worden ingezet zijn onder meer het in kaart brengen en stimuleren van het sociale netwerk van de cliënt, technieken voor het verbeteren van de emotieregulatie en conflicthantering, oefenen met sociale vaardigheden en competenties (middels therapie, trainingen en real life coaching).
Deeltijdbehandeling
Het Forensisch Programma op Maat is een deeltijdbehandeling die ingezet wordt in het kader van een straf, maatregel of resocialisatietraject, waardoor de (nu nog) kwetsbare, te beïnvloeden jongere, in een dwingend kader, wordt gestimuleerd zich te committeren aan een intensief individueel weekprogramma. De cliënt verblijft thuis of in de woonvoorziening van het FCA. Deelname aan het FPM sluit goed aan op de behandeling die wordt geboden binnen de gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen, omdat onder meer gewerkt wordt met dezelfde behandelprogramma’s waarvoor licenties zijn verkregen (zie Interventies).
Afhankelijk van de zorgbehoefte neemt de cliënt meerdere dagdelen per week deel aan de behandeling (minimaal 2 en maximaal 7 dagdelen). De behandelintensiteit is afhankelijk van de zorgbehoefte en neemt gaandeweg af, bijvoorbeeld wanneer een cliënt een dagbesteding heeft gevonden en stabieler is geworden. Indien een jongere bij aanmelding geen dagbesteding heeft, kan het FPM bestaan uit zeven dagdelen. Wanneer de jongere een opleiding, werk of andere zinvolle eigen dagbesteding heeft gekregen, zal de intensiteit worden teruggebracht naar 4 tot 2 dagdelen per week. Het gehele traject duurt gemiddeld zo’n anderhalf jaar.
Het FPM behelst vier behandelfases:
- Startfase > diagnostiek en sociaal netwerk in kaart brengen
- Implementatiefase > hoge behandelintensiteit
- Veranderfase > verlaging behandelintensiteit
- Afsluit- of Onderhoudsfase > beëindiging dan wel mogelijke doorstroom naar lichtere vorm van zorg
Startfase
In de startfase wordt met name geïnvesteerd in het opbouwen van een relatie met het behandelteam en het leggen van de basis voor de verdere behandeling. De cliënt wordt bekend gemaakt met de aanpak en de programma’s van het FCA, het sociale netwerk wordt in kaart gebracht en het contact met de bij deze cliënt betrokken ketenpartners wordt opgepakt zodat een sluitend systeem rondom de cliënt ontstaat.
De startfase eindigt met het vaststellen van een behandelplan met concrete doelen en regels dat elke maand geëvalueerd en indien nodig bijgesteld wordt door het behandelteam.
In de startfase wordt met name geïnvesteerd in het opbouwen van een relatie met het behandelteam en het leggen van de basis voor de verdere behandeling. De cliënt wordt bekend gemaakt met de aanpak en de programma’s van het FCA, het sociale netwerk wordt in kaart gebracht en het contact met de bij deze cliënt betrokken ketenpartners word opgepakt zodat een sluitend systeem rondom de cliënt ontstaat.
De startfase eindigt met het vaststellen van een behandelplan met concrete doelen en regels dat elke maand geëvalueerd en indien nodig bijgesteld wordt door het behandelteam.
Implementatiefase
In deze fase start de cliënt met de in het behandelplan afgesproken programma’s, interventies en regels, zowel individueel als op groepsniveau en worden beschermende factoren verder uitgebreid. Deze fase is een fase van gewenning waarin vaak de grenzen worden opgezocht waarop met gepaste interventies, technieken en soms sancties wordt gereageerd en waarin (nog) een actieve rol is weggelegd voor de toezichthouder of jeugdbeschermer. Afhankelijk van de medewerking van de cliënt leert deze dat hij/zij de eigen vrijheden kan uitbreiden of verliezen. De behandelrelatie krijgt in toenemende mate een corrigerende dan wel complementerende en daardoor stimulerende plek en de cliënt ervaart de consequenties van gemaakte keuzes. Het belangrijkste behandeldoel in deze fase is dat de cliënt stopt met het plegen van (ernstige) delicten en de behandelrelatie blijft voortduren, ook wanneer een cliënt tijdelijk weer binnen wordt geplaatst.
Deze fase eindigt met een verslag waarin de voortgang van de behandeldoelen wordt geëvalueerd.
Veranderfase
In de veranderfase wordt veel herhaling en oefening geboden met de zich ontwikkelende inzichten, vaardigheden en competenties waarop in de implementatiefase is ingezet. In deze fase bestaat het risico dat de cliënt terug valt in oude, negatieve, gedragspatronen maar is de cliënt ook in staat om hulp en steun te vragen aan en te aanvaarden van het behandelteam. Dit is een fase van volhouden, bijsturen waar nodig en weer doorgaan. De behandelintensiteit kan in deze fase vaak wel worden verlaagd omdat er al een behandelbasis ligt waarop kan worden voortgebouwd, meestal in combinatie met een vaste dag structuur en/of zinvolle dagbesteding.
Afsluit- of onderhoudsfase
In deze fase zal de cliënt in staat zijn om binnen de opgebouwde leef- en dag structuur voort te gaan zonder in aanraking te komen met politie en Justitie vanwege ernstig delictgedrag. Hij/zij kan profiteren van hetgeen in de behandeling is aangeleerd en geoefend. Soms heeft iemand vanwege bijvoorbeeld een verstandelijke beperking en/of ernstige persoonlijkheidsstoornis een aanhoudende ondersteuningsbehoefte. Indien het strafrechtelijk kader eindigt, zal in dat geval de behandeling in het kader van de WLZ kunnen worden voortgezet.